Voor één op de vijf bestuursleden – vooral vrijwilligers – is het onderwerp aansprakelijkheid onbekend terrein. Dat blijkt uit het grootschalig onderzoek (26.000 respondenten) dat wij in mei hielden. Met de nieuwe wet WBTR is het nog belangrijke geworden om je even te verdiepen in dit thema. Zo voorkom je narigheid.
Bestuursleden van verenigingen en stichtingen zijn verantwoordelijk voor de handel en wandel van hun organisatie. Dat was altijd al zo. De WBTR heeft die bestuurlijke aansprakelijkheid verbreed. Er zijn voor anderen (leden of buitenstaanders) meer mogelijkheden je ter verantwoording te roepen. Daarom is het belangrijk de wijze van besluitvorming goed vast te leggen en te borgen. Dit is een belangrijk onderdeel van het WBTR-stappenplan. In de nieuwe wet is het thema hoofdelijke aansprakelijkheid scherper geformuleerd. Wij leggen het uit en geven aan op welke manier je ervoor kunt zorgen dat je er geen hoofdpijn van hoeft te krijgen. Ongerustheid is niet nodig. Wie zaken goed met elkaar afspreekt en vastlegt, loopt weinig risico’s. Maar je zult je er wel even in moeten verdiepen. Het WBTR-stappenplan is volgens de duizenden bestuursleden die al klaar zijn met de WBTR de makkelijkste manier om ook de aansprakelijkheid te minimaliseren.