Een uitspraak uit 2024 maakt duidelijk dat ook vrijwillige bestuurders van een stichting persoonlijk kunnen opdraaien voor financiële tekorten.
Een stichting had al langere tijd financiële problemen. Toch bleef het bestuur gewoon doorgaan, zonder ingrijpende maatregelen te nemen. Er was geen duidelijk financieel plan, er werden uitgaven gedaan die niet goed onderbouwd waren, en signalen van een dreigend tekort werden genegeerd. Toen de stichting uiteindelijk failliet ging, bleek er een flink tekort in de kas: er was simpelweg geen geld meer om de rekeningen te betalen.
Rechter: dit is wanbestuur – en jullie zijn aansprakelijk
De rechtbank oordeelde dat het bestuur niet had gehandeld zoals je van een zorgvuldig bestuurder mag verwachten. Ze hadden:
- onvoldoende financieel toezicht gehouden
- geen actie ondernomen bij de eerste signalen van problemen
- geen deugdelijke administratie gevoerd
Daardoor waren ze persoonlijk verantwoordelijk voor het boedeltekort. En dus ook persoonlijk aansprakelijk voor de schulden. Met andere woorden: de bestuurders moesten uit eigen zak betalen.
Je hoeft geen fraude te plegen om aansprakelijk te zijn
Deze zaak laat zien dat je als bestuurder, ook van een vrijwilligersorganisatie, altijd verantwoordelijk blijft voor wat er gebeurt. Je hoeft geen fraude te plegen om in de problemen te komen. Soms is nalaten al genoeg. Veel bestuurders denken: “Bij ons is het wel goed geregeld”
En dat is precies waar het vaak misgaat. Want:
- Is het beleid daadwerkelijk vastgelegd?
- Weten jullie wie waarvoor verantwoordelijk is?
- Worden besluiten goed gedocumenteerd?
- Is er actuele financiële sturing?
Als het antwoord op een van deze vragen “nee” is, loop je als bestuur risico.
Zorg dat je niet in dezelfde valkuil stapt
Neem signalen serieus – Loopt je begroting uit de hand? Zijn er zorgen over inkomsten of uitgaven? Grijp direct in en leg vast wat je doet.
Zorg voor inzicht en overzicht – Heb je actuele cijfers? Een financieel jaarplan? Zijn er twee bestuursleden die elke uitgave controleren?
Leg besluiten vast – Notuleer vergaderingen. Noteer waarom je ergens voor kiest. Het helpt je later om aan te tonen dat je zorgvuldig hebt gehandeld.
Gebruik een heldere structuur – Wie zit in het bestuur? Wie is waar verantwoordelijk voor? Bij veel organisaties is dat onduidelijk of alleen bekend bij één persoon.
Werk aan goed bestuur – Gebruik het WBTR-stappenplan, de BestuursChecklist en het huishoudelijk reglement om structuur aan te brengen en risico’s te beperken.
Goed bestuur is geen eenmalige zaak – Zorg dat je op orde blijft door regelmatig alles tegen het licht te houden en de acties van de BestuursChecklist uit te voeren.
Geen reden voor paniek, wél voor actie!
Besturen is prachtig werk, maar het is geen vrijblijvende klus. Deze uitspraak laat zien dat het loont om je zaakjes goed op orde te hebben. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je organisatie en de mensen die daarop vertrouwen.
Met het WBTR-platform krijg je de hulpmiddelen om dit goed én praktisch aan te pakken. Nog geen account? Probeer het 30 dagen gratis.
Of doe mee aan een van de webinars, bijvoorbeeld die over Bestuurlijke Aansprakelijkheid.