Invulling geven aan ‘goed bestuur’ van vereniging of stichting. Dat legt de nieuwe wet WBTR op aan alle besturen. Dat klinkt abstract. Wat moeten besturen nu doen om aan de wet te voldoen en zo incidenten en problemen te voorkomen?
Bij goed bestuur moet je onder meer denken aan altijd handelen in het belang van de vereniging of stichting, democratische besluitvorming, transparantie en het nemen van verantwoordelijkheid. Ook dat zijn nog algemene begrippen. De wet benoemt tien onderdelen die aandacht nodig hebben. Het is belangrijk daarover met elkaar van gedachten te wisselen, afspraken te maken en die vast te leggen. In het WBTR-stappenplan komen die tien onderdelen aan de orde. Het maakt de algemeenheden concreter. Om te helpen goede formuleringen te vinden, zijn er voorbeeldteksten in het werkboek. Die geven handreikingen aan bestuurders om duidelijk te maken wat het betekent verantwoordelijk te zijn voor het functioneren en de resultaten van de vereniging.